GESCHIEDENIS VAN DE HERTOGELIJKE KLEEFSE KORENMOLEN DE BINNENMOLEN.

Zevenaar behoord vanaf 1355 tot het hertogdom Kleef. In 1487 krijgt Zevenaar stadsrechten en kan nu o.a. een eigen molen bouwen. Met de bouw van deze windmolen De Binnenmolen wordt begonnen ergens tussen 1487 en 1549. Bij de windmolen bevindt zich ook een rosmolen. Vanaf 1562 heefd de binnenmolenaar de beschikking over een woning naast de molen. De Binnen- en Buitenmolen sinds 1816 eigendom van het Nederlandse Domeinbestuur worden in 1865 verkocht aan de erfpachter Jacobus van der Grinten. Nog in het zelfde jaar worden ze door de nieuwe eigenaar te huur aangeboden voor een periode van 6 jaar. Omdat er zich geen huurders melden wordt De Binnenmolen na 1866 stilgezet en het maalbedrijf verplaatst naar de Buitenmolen. Hierna wordt de molen onttakeld. De kale romp zal nog tientallen jaren als ruïne het stadsbeeld verfraaien. Thans herinnert alleen de naam Muldershof nog aan deze indrukwekkende Zevenaarse Stadsmolen.

De Binnenmolen werd omstreeks 1909 gesloopt.

De Binnenmolen is in 1909 afgebroken.

Twee advertenties uit de Arnhemsche courant van woensdag 18-10-1865.

De Binnenmolen (onder) en De Buitenmolen op een kaart uit 1797. De afstand tussen beide molens bedroeg minder dan duizend meter.

De molenaarswoning van de Binnenmolen aan de Grietsestraat. In 1562 koopt de hertog van Kleef een woning met boomgaard aan de grietpforte ten behoeve van de binnenmolenaar.

Mei 1978, de meer dan drie meter brede fundering.

De Gelderlander 17 mei 1978.